Positief over banengroei in regio

Onder invloed van de groei van de Nederlandse economie neemt de werkgelegenheid in Noord-Holland Noord dit jaar en volgend jaar toe met bijna 3.600 banen tot 252 duizend. Het aantal WW-uitkeringen daalt met 3.400 tot ruim 9.600.

Het aantal vacatures blijft op een hoog niveau, maar neemt niet verder toe. Dat is de prognose voor onze regio, opgesteld door het UWV.

In een aantal sectoren, zoals in de techniek, zorg en bouw, krijgen werkgevers nog meer moeite om aan gekwalificeerd personeel te komen. Dat kan de groei van bedrijven in die sectoren remmen. Dit staat in de arbeidsmarktprognose die UWV vandaag presenteert.

Op basis van de meest recente groeiraming van het Centraal Planbureau (CPB) verwacht UWV in 2017 voor Noord-Holland Noord een groei van het aantal banen met 2,7% (+2.700) en volgend jaar met 0.9% (+900). Voor het eerst sinds jaren neemt het aantal werknemersbanen iets sneller toe dan het aantal banen van zelfstandigen.

In 2018 wordt de groei minder dan in voorgaande jaren gedragen door de uitzendbranche. Cijfers van UWV laten ook zien dat nieuwe werknemers in 2016 weer vaker een vast contract kregen dan in 2015.

Dit zijn mogelijk signalen dat bedrijven werknemers weer vaker in dienst gaan nemen, hoewel het aantal flexibele banen nog steeds sneller stijgt dan het aantal vaste banen.

Het aantal WW-uitkeringen daalt sinds voorjaar 2016. De daling zet vanaf nu in hoger tempo door. UWV gaat voor Noord-Holland Noord uit van een afname met 3.400 WW-uitkeringen naar 9.600 uitkeringen eind 2018. De snelle daling is mogelijk doordat minder mensen een uitkering hoeven aan te vragen en de kans op werk vanuit de WW toeneemt.

Het aantal vacatures dat ontstaat stabiliseert op een hoog niveau. De meeste vacatures ontstaan in de grootste sectoren: de detailhandel, zorg en welzijn en de horeca. Vacatures ontstaan omdat bedrijven weer kunnen uitbreiden en omdat meer mensen wisselen van baan.

Het groeiende aandeel 55-plussers op de arbeidsmarkt drukt het aantal baanwisselingen enigszins. De arbeidsmobiliteit ligt bij deze leeftijdsgroep lager dan gemiddeld.

Reageer als eerste op dit bericht!

Geef een reactie